De naam zegt het al: vaste planten zijn planten die ieder jaar weer terug komen. Nadat ze in de herfst afsterven en er eigenlijk niets meer te zien is, komen ze in het voorjaar weer vrolijk op. Als de planten te groot worden, kunt u ze in het najaar "scheuren", met een scherpe spade snijdt u er een stuk af; bij oudere planten wordt het vooral gedaan om de plant te verjongen, de oude kern wordt dan weggegooid. 
 
Het assortiment in vaste planten is groot. In de zomer worden vaak grotere planten aangeboden, een lege plek in de tuin is dan snel opgevuld.&nbsp;

Eénjarigen worden ook wel perkplanten genoemd. Deze vaak vrolijke planten bloeien een zomerlang, mooi in een balkonbak of gewoon in de tuin. Zet u ze in een bak, zorg dan wel dat ze voldoende voeding krijgen. 
 
De meeste kuipplanten komen uit de zuidelijke landen rond de Middellandse Zee zoals de Oleander, Abutilon, Lantana of Fuchsia. Geef ze een warm plekje op het terras of zet ze in de tuin maar in het najaar moeten ze naar binnen. Een koele, onverwarmde ruimte is al voldoende. Geef ze heel weinig water tot ze in het voorjaar weer uit gaan lopen dan mogen ze ook verpot en wat teruggesnoeid worden. 
 
Een aantal kruiden overleven onze zachte winters zoals Bieslook en Munt. Anderde kruiden moeten elk voorjaar gezaaid worden. Op onze kruidenafdeling staan ook alle kruiden kant en klaar in pot.

Eénjarigen, kuipplanten en kruiden

Rozen zijn er in talloze varianten: struik- en stamrozen, klimrozen en rozen als bodembedekkers. Voor alle rozen geldt dat het ware zonaanbidders zijn en dat ze in het voorjaar flink teruggesnoeid moeten worden. Klimrozen moeten goed vastgezet worden omdat ze uitzichzelf niet hechten aan muren en pergola's. 
 
Naast de klimroos zijn er nog talloze andere klimplanten. De bekendste is de Clematis en Hedera, maar er zijn natuurlijk nog vele andere klimmers, zoals de sterkgroeiende Bruidsluier, de geurende Kamperfoelie en niet te vergeten de Blauwe regen. 
 
Kom rustig langs om ons uitgebreide assortiment te bekijken.

Rozen en klimplanten

Wij proberen het voor u als consument zo gemakkelijk&nbsp; mogelijk te maken door de vaste planten onder te verdelen in verschillende segmenten. Zo zijn er&nbsp; schaduwplanten, water- en moerasplanten en planten die graag in de volle zon staan. Op het plantetiket staat vaak de hoogte aangegeven hoewel dat ook afhangt van de grondsoort waarin de plant geplant wordt en de plek die de plant in de tuin krijgt. 
 
E&eacute;njarige perkplanten zijn goed te combineren met vaste planten.&nbsp;Kuipplanten zoals tibouchina, hibiscus, fuchsia, abutilon en lantana zijn niet winterhard en moeten in het najaar naar binnen. Een vorstvrije ruimte is dan vaak al voldoende.

Komt u er niet uit of wilt u meer weten, wij geven u graag advies.

Onder deze categorie planten bedoelen we kamerplanten die niet bloeien, die hun sierwaarde ontlenen aan de bladvorm of kleur. De meeste "groene" planten zijn niet zo kieskeurig met hun standplaats als ze maar niet de volle zon krijgen, de bonte soorten hebben meer licht nodig en is een standplaats op het Oosten prima.
Geef ze matig water en in de groeiperiode eenmaal in de twee weken plantenvoeding. Het zal duidelijk zijn dat niet alle planten dezelfde vochtopname hebben. Geef nooit water als de grond nog nat is.&nbsp;Er is speciale plantenvoeding voor groene planten; met bladspray krijgen de bladeren extra glans, uiteraard is deze spray niet geschikt voor "behaarde" bladeren maar bijv. wel voor ficussoorten.&nbsp;Verwen de kamerplanten eens met een sproeibeurt uit de plantenspuit of zet ze tijdens een zacht regenbuitje buiten.
Net als bij mensen kunnen planten ziek worden, een belangrijk reden is vaak dat er teveel water gegeven wordt, dus niet klakkeloos iedere plant dezelfde hoeveelheid water toedienen.&nbsp;Als bonte bladeren groen worden is de standplaats toch te donker, spint kan een oorzaak zijn van bladuitval, gele bladeren of bruine bladpunten. In ons tuincentrum zijn zowel biologische als chemische bestrijdingsmiddelen verkrijgbaar om dit ongedierte te bestrijden.

Groene kamerplanten

Veel kamerplanten komen oorspronkelijk uit tropische of subtropische landen en daar moet rekening mee gehouden worden. Oerwoudplanten zoals varens verdragen geen felle zon, cactussen daarentegen staan graag in de zon, hoe warmer hoe beter.

De meeste bloeiende kamerplanten houden van een lichte plaats met het liefst de ochtendzon. Naast watergeven, hebben ze in de bloeiperiode ook kamerplantenvoeding nodig en sommige planten zoals de cyclaam, kaapsviooltje, hortensia&#39;s en primula&#39;s zijn gek op een voetbad. Zorg dat het gietwater altijd lauw is en trakteer de planten eens in de week op een sproeibeurt uit de plantenspuit of zet ze tijdens een lichte regenbui lekker buiten.

Na de bloei het watergeven terugbrengen op 1 maal in de week, plantenvoeding is nu taboe. In het voorjaar kan de plant verpot worden, gebruik goede potgrond.&nbsp;Lees zorgvuldig de verzorgingstips die vaak bij de plant wordt meegeleverd.

Bloeiende kamerplanten

Om te kunnen overleven onder droge omstandigheden slaan vetplanten en cactussen hun vocht op in bladeren, stengels en wortels. De meeste vetplanten hebben dan ook vlezige bladeren. Wanneer ze te droog staan kunt u de bladeren ook zien verschrompelen. Een scheut water doet dan wonderen. Het is dan ook overbodig om te vertellen dat deze planten zich prima thuis voelen op een warme plek op de vensterbank maar let op want de kans op verbranding achter glas is groot.

Geef ze in de groeiperiode matig water, &eacute;&eacute;n keer in de week is meer dan voldoende. In de zomer kunt u ze met pot en al ingraven in de tuin. Gebruik bij het verpotten altijd speciale cactusgrond, deze grond voldoet aan de specifieke eisen van deze planten, ze groeien het best in voedselarme, goed gedraineerde grond anders is de kans op rotvorming groot.

In de winterperiode wanneer de groei stilstaat,&nbsp; het watergeven terugbrengen naar eenmaal in de 2 weken anders is de kans op verrotting groot. &nbsp;

Cactussen en vetplanten

Door de ruime keuze in&nbsp; mooie schalen van glas, keramiek, kunststof maar ook manden maken wij plantenstukjes voor ieders keus. U kunt gezellig langskomen om planten uit te zoeken zodat wij&nbsp; een mooi arrangement kunnen samenstellen.
Bovendien kunnen wij&nbsp; u ook van advies dienen want niet iedere plant past qua verzorging bij de ander. Ook is het belangrijk om rekening te houden met de persoon in kwestie want er zijn mensen met groene vingers maar soms kunnen vetplanten meer op hun plaats zijn. Ook met vetplanten zijn leuke dingen te maken, denk maar eens aan een roodstenen kruik of schaal gevuld met vetplanten gecombineerd met wat zand en steentjes.
Het voordeel van een plantenbak is dat er altijd plantjes verwisseld kunnen worden waardoor er regelmatig een ander beeld geschept wordt.

Arrangementen

Naast het grote assortiment kamerplanten, van cactussen tot palmen, yucca's en orchideeën, hebben wij natuurlijk ook diverse soorten potgrond, zo kunt u kiezen uit grond voor orchideeën, cactussen en varens.
In de potgrond speciaal zitten extra voedingsstoffen die er voor zorgen dat de planten een extra impuls krijgen. Ook voor het bestrijden van ongedierte op planten hebben wij zowel biologische als traditionele bestrijdingsmiddelen.

Kamerplanten

Bloembollen zijn onder te verdelen in voorjaarsbollen en zomerbollen. De voorjaarsbollen worden geplant in oktober / november en de zomerbollen in april / mei, na de vorstperiode. Bloembollen voelen zich overal thuis en zijn tevreden met elke plekje in de tuin of in een bak. Een van de bekendste voorjaarsbollen zijn Narcissen. Deze vermeerderen zichzelf en kunnen in de grond blijven, zodat ze volgend jaar weer een in grotere getalen terug kunnen komen. Tulpen en hyacinten zijn maar eenjarig. Wel zijn er zogenaamde verwilderingspakketten, dat zijn botanische soorten die zichzelf vermeerderen zoals blauwe druifjes, narcissen t&ecirc;te-a-t&ecirc;te en minitulpjes. 
De zomerbollen, anemonen, dahlia&#39;s, gladiolen zijn ook &eacute;&eacute;njarig, de bollen kunnen droog bewaard worden voor het volgende seizoen.

&nbsp;

Aan u de keuze! U kunt voorjaarsbollen in het najaar kopen en ze zelf planten, zodat u in de &nbsp;vroege lente kunt genieten van de uitgekomen Narcissen en blauwe druifjes. Het is ook mogelijk om in het vroege voorjaar naar het tuincentrum te komen waar wij al bollen op pot verkopen.&nbsp; 
 
In ons tuincentrum hebben wij een ruim assortiment zaden zowel voor de siertuin (snijbloemen en perkplanten) als voor de groente- en kruidentuin, diverse soorten graszaad en weidebloemmengsels(een mix van klaprozen, korenbloemen en margrieten) die uw voortuin een fleurige aanblik geven. 
&nbsp;

&nbsp;

Bloembollen en zaden

Bomen horen in grote tuinen of plantsoenen thuis. Toch zijn er een groot aantal kleinere soorten die bijzonder geschikt zijn voor de kleinere tuin. Vooral de bolboompjes en treurvormen zijn populair zoals de bolacasia, treurwilgje of krenteboompje. 
 
Onder de categorie heesters vallen struiken die in vele gevallen in de herfst hun blad laten vallen, uitzonderingen daargelaten. Een heester kan heel bepalend zijn in de tuin. Er zijn vroegbloeiende heesters zoals de forsythia en ribes, heesters die vooral gekocht worden door mooie getinte en getekende bladeren en heesters die &#39;s-winters groen blijven zoals de Laurier, Rhododendron en Buxus. 
 
Conifeer is de verzamelnaam voor naaldbomen en -struiken. Ze blijven over het algemeen in de winter groen, alleen de Larix verliest z&#39;n naalden. De Conifeer is een gemakkelijke &quot;boom&quot; die goed te snoeien is, zelfs in mooie vormen maar niet te veel op de wind moet staan. Houdt u daar rekening mee dan zult u veel plezier beleven aan deze altijd groene struiken.

Bomen, heesters en coniferen

Planten (groen) is onze specialiteit en bij Tuincentrum van de Lagemaat in Ede staat kwaliteit voorop! Planten van goede kwaliteit en de beste verzorging zorgt voor een prachtig assortiment groen. In ons tuincentrum vindt u diverse soorten tuinplanten: van eenjarigen tot vaste planten, van klimplanten tot fruitbomen en van rozen tot bloembollen. Ook zijn wij sterk in kamerplanten: groene kamerbomen, bloeiende kamerplanten, cactussen en vetplanten &eacute;n meer!

Kom langs in ons tuincentrum en laat u adviseren en informeren over welke plant(en) het beste bij u past en hoe u deze gemakkelijk kunt verzorgen. &nbsp;

Kruiden, Fruit en Zaadjes

De aardbei is &eacute;&eacute;n van de populairste fruitsoorten. Of ze nu worden gekweekt in uw eigen tuin of vers worden gekocht in de supermarkt, de aardbei is bij jong en oud geliefd. Verse aardbeien zijn niet alleen heerlijk van smaak, ze zijn ook leuk om te kweken en daarbij bevatten ze nauwelijks calorie&euml;n, waardoor ze bekend staan als vitaminerijke slankmakers. Omdat de aardbeien het lekkerst smaken direct na de oogst, is het natuurlijk ideaal om een eigen aardbeienperk in uw tuin te hebben. 
 
Soorten 
In totaal zijn er ongeveer 1.000 soorten aardbeien. In Nederland en Belgi&euml; zijn er ongeveer 60 soorten verkrijgbaar. De meeste hiervan zijn geschikt voor productieteelt, maar toch zijn er ook nog een aantal geschikt voor de huistuin. Aardbeien zijn onder te verdelen in eenmaal dragende en doordragende rassen. De eenmaal dragende soorten rijpen rond juni en juli en leveren heel veel aardbeien op. Van doordragende soorten kan bijna de hele zomer worden gegeten, maar hier zijn weinig vruchten tegelijk rijp. Wilt u bijvoorbeeld jam maken van uw aardbeien dan adviseren wij de eenmaal dragende aardbeien. 
 
Zonnige plaats 
Een aardbeienperk kan het beste op een zonnige plaats worden aangelegd. Hoe minder zon de aardbeien hebben hoe meer blad de aardbeien hebben en minder vruchten. Met name de eerste week is het erg belangrijk de grond goed vochtig te houden. Er mag alleen in geen geval water blijven staan. Later is het van belang regelmatig water te geven zodat de grond niet uitdroogt. Is er veel wind, probeer uw aardbeien daar dan tegen te beschermen. Om de vruchten droog en schoon te houden en vruchtenrot te voorkomen, adviseren wij om in het begin stro of folie onder de planten te leggen. Dit onderdrukt bovendien het onkruid. De cultuurduur van de aardbeien is drie jaar; op lichte grond is dit twee jaar. Na deze jaren leeft de plant nog wel, maar zal de opbrengst sterk terug nemen. 
 
Meer weten? 
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer over aardbeien wilt weten. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad. 
&nbsp;

Aardbeien

Tuinplanten

Zo gauw de winter over zijn hoogtepunt heen is, kondigen de sneeuwklokjes en krokussen de naderende lente aan. De eerste in een reeks bolgewassen die de Nederlandse tuinen in het voorseizoen kleur geven. Deze tips helpen u om nog meer plezier te hebben van uw bloembollen. 
 
Standplaats 
Al naar gelang de soort, kunt u bloembollen planten in bloembedden, borders, rotstuinen of bakken. Plant bollen die kunnen verwilderen het liefst tussen bomen of heesters, waar ze gewoon kunnen blijven staan en zichzelf vermeerderen. Hyacinten en tulpen zet u in groepjes tussen de vaste planten. In mei of juni kunt u de open plekken dan mooi beplanten met &eacute;&eacute;njarige zomerbloemen. 
 
De grond 
Bloembollen zijn tevreden met elke grondsoort, zolang die maar goed waterdoorlatend is. Maak zware grond wat luchtiger met turfmolm of zand en meng wat compost door de grond. 
 
Planten 
Bloembollen die in het voorjaar bloeien, zoals tulpen, narcissen, hyacinten en krokussen, kunt u planten van half september tot november/december. De soorten die in de zomer of het najaar bloeien, zoals dahlia&rsquo;s, canna&rsquo;s en lelies, gaan in het voorjaar de grond in. Bollen worden niet erg diep geplant. Een makkelijk te onthouden vuistregel: neem voor de diepte van het plantgat drie keer de dikte van de bol. 
 
Op &#39;t balkon 
Ook als u geen tuin heeft, kunt u met bloembollen al vroeg de lente inluiden. Plant ze in de bakken waar u in mei de zomerbloeier&rsquo;s in zet. Zijn bloembollen in de tuin vaak mooier in groepjes van &eacute;&eacute;n soort bij elkaar, op een klein balkon kan het juist zijn charme hebben om diverse soorten te mengen en zo in het voorjaar te genieten van een uitbundige kleurenpracht op de vierkante meter. Vooral de botanische soorten zijn zeer geschikt voor het balkon. 
 
Meer weten? 
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer over bloembollen wilt weten. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad.

Bloembollen

In Japan staat de Chrysant symbool voor een lang leven. Is er een betere reden om een Bolchrysant cadeau te geven. Chrysanten gaan bloeien als de dagen korter worden. Echte herfsttoppers dus. En hun kleuren: het warme bruinrood, wijnrood, oudroze en roze passen mooi bij het zachte oktoberlicht. Maar vergeet het heldere wit en geel niet, zij zorgen voor een zonnig einde van de zomer. 
 
Verzorgingstips 
Van Bolchrysanten kun je lang genieten. Het liefst staan ze buiten op balkon of terras op een lichte plek. (Liever niet de hele dag in de volle zon.) Afhankelijk van het weer moet je dagelijks water geven. Laat de potkluit beslist niet uitdrogen; geef water op de kluit zodat de bloemen niet smetten, of zet de chrysant een half uurtje in een emmer water. In de sierpot hoort een gat waardoor het overtollige water weg kan lopen. Geef bij regen een afdakje, koude regendruppels geven bruine bloemen. Bolchrysanten houden niet van vorst, zet bij vorst de plant een nacht binnen.

Als laatste tip: 
knip de uitgebloeide bloemen regelmatig uit. Zo kan je maanden kunnen genieten van de Bolchrysant.

Meer weten? 
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer over bolchrysanten wilt weten. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad.

Bolchrysanten

Natuurvolken zien Buxus als symbool voor het eeuwige leven. Buxus is een sterke groenblijvende plant en geschikt voor de meeste goed doorlatende gronden. 
 
Planttips: 
Buxushaag: Zet 7 planten op een strekkende meter. Buxusvorm: Neem voor een blok of cirkel van 35 x 35 vijf planten in het vierkant. 
 
Bereid de grond voor planten goed voor. Maak de aarde los en verbeter deze met compost of potgrond (en vermeng dit met de tuinaarde). Zet de Buxus voor het planten een half uur in een emmer water, zodat ze zich goed vol kunnen zuigen. 
Haal de planten uit de pot en maak de wortels een beetje los. Plant de Buxusplantjes op hoogte pot, vul de ruimte rondom de wortelkluit op en druk met de handen de aarde stevig aan. Is de aarde droog? Geef royaal water! Dit mag je overslaan als de grond nat is. Knip tot slot de uitschieters af, maar snoei de Buxus in maart voor de eerste keer.

Winterzorg&nbsp;Hou Buxus een beetje in de gaten, de komende maanden kan het droog zijn en dan hebben planten water nodig, ook &lsquo;s winters. Na de winter is het tijd voor een portie (Buxus)mest, waardoor de haag gezond kan opgroeien.

Buxus in de winter

Cactussen en vetplanten zijn nauwe familie van elkaar. Het verschil is dat alleen cactussen de kenmerkende knobbeltjes hebben waarop de naalden zijn ingeplant. Een verzamelnaam voor cactussen en vetplanten is &#39;succulenten&#39;. 
Een naam die aangeeft dat deze planten grote hoeveelheden water kunnen opslaan. Cactussen en vetplanten danken hun populariteit aan hun bijzondere, vaak grillige vorm en aan de opvallende bloemen. Met deze tips komt u tegemoet aan de speciale eisen die deze prachtige planten stellen. 
 
Plaats 
Succulenten houden van zon, warmte en droogte. Niet verwonderlijk, gezien hun natuurlijke leefmilieu in de woestijn. Veel soorten doen het goed op een zonnig plekje op de vensterbank. Er zijn echter ook succulenten die u beter tegen directe zonnestraling kunt beschermen. Uw tuinadviseur zal u hierbij graag van advies dienen. 
Tip: het is niet verstandig een cactus te draaien. De kant die niet aan de zonnestraling gewend is kan verbranden en bovendien kost het de plant veel energie om zich weer naar de zon te richten, wat ten koste gaat van de groei. 
 
Water geven 
Wees altijd spaarzaam met water en volg zoveel mogelijk de natuurlijke situatie in de woestijn na. Dat betekent dat u ze beter eens in de zoveel tijd een flinke scheut kunt geven dan elke dag een beetje. De planten slaan het water op en regelen zelf hoeveel ze gebruiken. De meeste succulenten kunnen slecht tegen hard water. Regenwater is uitstekend. 
 
Voeding 
Cactussen en vetplanten stellen hun eigen eisen aan de voedingsbodem. Daarom vindt u bij uw tuincentrum speciale potgrond voor succulenten en speciale cactusmest. Bemest de planten alleen tijdens het groeiseizoen en nooit als ze in rust zijn. Op de verpakking vindt u alle noodzakelijke aanwijzingen. 
Overwinteren 
Een jaarlijkse rustperiode is voor succulenten van groot belang. Een koele overwintering is een voorwaarde voor een goede bloei. Zet uw cactussen en vetplanten daarom, na de groeiperiode, op een koele, droge en lichte plaats, bijvoorbeeld in een niet-verwarmde kamer. Ze mogen absoluut niet in het donker staan. Tijdens de wintermaanden geeft u bijna helemaal geen water. 
 
Verpotten 
Zo gauw de omgevingstemperatuur stijgt, beginnen de planten aan een nieuwe groeiperiode. Als u ze, na de winterrust, weer in uw huiskamer haalt, geef ze hier dan de ruimte voor. Zet ze in een iets ruimere pot, maar plant ze beslist niet dieper. Gebruik alleen speciale cactuspotgrond en geef, na het verpotten, voor &eacute;&eacute;n keer flink water. 
 
Meer weten? 
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer over cactussen en vetplanten wilt weten. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad.

Zo gewoon als kamerplanten in de Nederlandse huiskamers ook zijn... het zijn allemaal uitheemse soorten. Dat betekent dat we eigenlijk voor elke plant zijn eigen milieu zouden moeten nabootsen. Dat wordt een beetje moeilijk als een ficus in een tropisch regenwoud thuishoort en een yucca in de woestijn. Maar als u deze tips ter harte neemt, zullen ze zich best thuis voelen. 
 
De beste plek 
Kamerplanten houden van licht. Soorten met gekleurd blad nog meer dan groene planten. Een plek bij het raam is het beste. Ideaal is een raam op het oosten of westen, zodat ze niet in de felle middagzon staan. 
 
De grond 
Verpot uw kamerplanten elk jaar en neem hiervoor altijd een goede potgrond.Bij uw tuincentrum vindt u diverse soorten potgrond, een goede voedingsbodem is onontbeerlijk voor de groei en bloei van uw kamerplanten. Daarnaast zijn er speciale mengsels voor bijvoorbeeld cactussen, orchidee&lsquo;n en varens. Verpot kamerplanten in het vroege voorjaar, als het groeiseizoen nog niet begonnen is. 
 
Water 
Sommige kamerplanten hebben veel water nodig. Andere, zoals cactussen en vetplanten, kunnen met heel weinig water toe. Als de bladeren en stengels slap gaan hangen, is dat meestal een teken van watergebrek. Voor het overige is het een kwestie van goed naar uw planten kijken, dan leert u hun speciale wensen vanzelf kennen. Regelmatig sproeien met de plantensproeier wordt door bijna alle planten op prijs gesteld, vooral wanneer de centrale verwarming aan staat. Geef uw planten altijd water op kamertemperatuur en houd bij twijfel de regel aan: beter te weinig water dan teveel. 
 
Voeding 
De meeste planten hebben tijdens het groeiseizoen extra voeding nodig. Bij uw tuincentrum vindt u zowel universele kamerplantenvoeding als speciale meststoffen voor verschillende plantenfamilies. 
 
Vakantietip 
Onze vakantietijd is voor kamerplanten het groeiseizoen. Juist dan hebben ze veel water nodig. Gaat u een paar weken weg en heeft u geen plantenoppas, zet dan al uw kamerplanten bij elkaar in een koele ruimte. De badkamer is ideaal. Door de planten dicht bij elkaar te zetten, maakt u een soort minioerwoud, met een hoge luchtvochtigheid, waardoor verdamping wordt tegengegaan. Maak, voor u vertrekt, de kluiten doornat en zet eventueel een paar volle emmers tussen de planten. 
 
Kamerplanten buiten 
Met uw kamerplanten geeft u uw terras of balkon in de zomer een exotisch tintje. Niet alle kamerplanten zijn hiervoor geschikt, maar de Abutilon, Hybiscus, Kamerjasmijn, Passiebloem en alle vetplanten voelen zich uitstekend thuis op een beschut plekje in de tuin of op het terras. 
 
Meer weten? 
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer over de keuze en de verzorging van kamerplanten wilt weten. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad.

Tuinieren is een leuke hobby! En naast dat tuinieren ontspannend werkt levert het u ook nog eens iets op: verse groente. Wie eenmaal verse groente uit eigen tuin heeft gegeten wil vaak niets anders meer. Echter is het onderhouden van een moestuin een leuke, maar tijdrovende bezigheid. Daarom kunt u best wat goede informatie en handige tips gebruiken. Wat gebeurt er in de moestuin in de maanden september en oktober? 
 
Tijd om te oogsten 
In de maand september verandert het weer. De lucht zit vol met aroma&rsquo;s van rijpend fruit en uitbloeiende bloemen. Het is de hoogste tijd om een groot deel van de oogst uit de moestuin te verwerken! De aardappels zijn oogstrijp. Kies een droge dag met een beetje zon wanneer u de aardappels gaat oogsten. Na het oogsten moet u de aardappels een paar uur laten drogen op het grondoppervlak voordat u ze bewaart op een donkere, koele plek. 
 
Naast aardappels zijn ook appels en peren rijp voor de oogst. Pluk de vruchten wanneer ze nog niet volledig rijp zijn en leg ze daarna op een koele, goed geventileerde plek. 
 
Er is nog meer groente en fruit klaar om te oogsten, onder andere: vlierbessen, pompoenen, rode bieten, kropsla, zomerprei, radijs, spinazie, ui, zomerwortelen en spitskool. Buitentomaten verdienen wat extra aandacht in september: geef ze bij droog weer regelmatig water en verwijder de onderste bladeren om het rijpen te bevorderen. De overgebleven vruchten mogen aan het einde van de maand worden geplukt en kunnen binnen verder rijpen. 
 
Planten in september 
September is ook een uitstekende maand voor het planten van uitjes. Let er wel op dat niet alle rassen geschikt zijn voor deze late planting. Naast uitjes kunt u in september ook veldsla, raapsteel, winterpostelein, kervel, winterspinazie en rabarber planten. 
 
Wisselvallig oktober 
De weersveranderingen in oktober zijn heel groot. Er zijn lichte, warme dagen en dan ineens is er de kou. Niet alleen het weer verandert, maar de temperatuur kan zonder waarschuwing ineens naar beneden gaan. In oktober kunnen de buitentomaten worden geoogst. Pluk alle hele trossen met alle vruchten die er nog aan zitten en leg ze binnen of in de kas om te rijpen. 
 
Happy Halloween 
De herfst is het seizoen voor pompoenen! Pompoenplanten zijn erg vorstgevoelig, dus het is het beste om ze thuis voor te zaaien of in een vorstvrije kas. Ze hebben een lange en warme groeiperiode nodig om volledig rijp te worden. Geef ze dus een beschutte en zonnige plek en teel ze in vruchtbare grond. Om zo groot mogelijke pompoenen te kweken moet u aan elke plant slechts &eacute;&eacute;n vrucht laten zitten en deze zoveel mogelijk water en voeding geven. Laat ze zo lang mogelijk aan de plant zitten voor een taaie schil. Daarna bewaren op een droge, koele en vorstvrije plek. 
 
Meer weten? 
Meer weten over de moestuin in september en oktober? Geen probleem, onze tuinadviseurs staan voor u klaar. Vraag hen gerust alles wat u wilt weten over het oogsten, planten en onderhouden van uw moestuin.

Moestuin

Orchidee&euml;n groeien over de hele wereld. Ook in ons land zijn er verschillende soorten in het wild te vinden. Maar dat zijn maar bescheiden plantjes vergeleken bij de talloze prachtige tropische soorten. Een aantal van deze soorten doet het goed als kamerplant. Als u tenminste een aantal regels in acht neemt. Deze tips helpen u hierbij. 
 
De grond 
De wortels van orchidee&euml;n hebben veel lucht nodig. Niet verwonderlijk als je weet dat ze in de natuur niet in de grond groeien, maar in bomen. Gewone potgrond is daarom niet geschikt. Bij uw tuincentrum vindt u speciale orchidee&lsquo;n grond die veel boomschors bevat. Een andere geschikte manier om orchidee&lsquo;n te kweken, is in hydrocultuur. De gebakken keikorreltjes vormen een luchtige basis waarin de wortels zich goed kunnen ontwikkelen. 
 
De plaats 
Orchidee&euml;n hebben als kamerplant het liefst een licht maar niet te zonnig plekje. Een raam op het oosten is ideaal. Een tip: maak van zo&rsquo;n raam een echte orchidee&euml;ntuin en zet meerdere potten dicht bij elkaar. Dat staat niet alleen mooi, het zorgt ook voor een speciaal microklimaat waarin de planten zich uitstekend thuis zullen voelen. 
 
Voeding 
Orchidee&euml;n hoeft u alleen te bemesten als ze bloeien. Gebruik nooit gewone kamerplanten- mest, want die is veel te sterk. Om de twee weken wat speciale orchidee&euml;n mest door het gietwater mengen, geeft het beste resultaat. 
 
Water 
Orchidee&euml;n zijn erg kritisch op het gietwater. Kalkrijk water is uit den boze. Gebruik bij voorkeur regenwater of onthard het drinkwater door het te koken en af te laten koelen. Geef altijd water op kamertemperatuur. Tip: als u in de buitenpot een omgekeerd schoteltje legt, waaromheen altijd een laagje water staat, profiteert de orchidee doorlopend van de verdamping. 
 
Verpotten 
Om de twee of drie jaar moeten orchidee&euml;n worden verpot. De beste tijd is het voorjaar. Snijd dode en rotte wortels weg en zet de plant in een pot die iets groter is dan de oude. Leg op de bodem een laagje potscherven en vul hem op met orchidee&euml;naarde. 
 
Meer weten? 
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer over orchidee&euml;n wilt weten. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad.

Orchideeën / Phalaenopsis

Tuinwinkel

Snoeien blijft voor veel tuinbezitters een bron van twijfels. Haal ik wel genoeg weg, of juist teveel? Moet ik in de lente of in de herfst snoeien. Zal de plant volgend jaar wel bloemen krijgen? Voor verschillende planten, bomen en heesters gelden inderdaad uiteenlopende snoeivoorschriften. Vraag dus bij twijfel gerust om raad bij uw tuinadviseur. Met deze tips geven we u alvast een aantal algemene snoeiprincipes.

<ul>
	<li>Gebruik altijd scherp gereedschap, want door rafelige snoeiranden kunnen de scheuten afsterven. Voor dunne takken is een goede snoeischaar geschikt (er zijn speciale scharen voor linkshandige), voor dikkere takken vindt u bij uw tuincentrum ondermeer snoeizagen en takkenscharen.</li>
	<li>Bestrijk grote snoeiplekken met een wond afdekmiddel om infecties te vermijden.</li>
	<li>Snoei altijd op een oog (een vakterm voor een groeiknop) dat naar buiten wijst. Zo stimuleert u een brede, open groei.</li>
	<li>Snoei 0,5 cm boven het oog. Als u te hoog snoeit kan het uiteinde afsterven, waardoor ziektekiemen meer kans krijgen.</li>
	<li>Snoei zo dicht mogelijk op de stam, laat geen stompen uitsteken.</li>
	<li>Zware takken kunt u afzagen. Zaag ze eerst van onderen een stukje in, zodat ze niet kunnen afscheuren en de stam beschadigen.</li>
</ul>

Vormsnoei 
Om de gewenste vorm te krijgen, zult u veel planten en bomen een beetje moeten helpen door storende elementen weg te halen. Vormsnoei is gericht op een symmetrische ontwikkeling, waarbij de natuurlijke groeiwijze wordt benadrukt. 
 
Snoeien om te groeien 
Veel struiken groeien voller als u ze in het voorjaar fors terugsnoeit. 
 
Verjongingssnoei 
Bij flink uitgegroeide struiken kunt u het oude hout zo diep mogelijk wegknippen. De frisse, jonge takken krijgen dan meer ruimte voor een gezonde groei. 
 
Snoeien om te bloeien 
Rozen, maar ook heide en een aantal andere planten, bloeien rijker als ze in het voorjaar worden teruggesnoeid. De bloemen komen op de sterke, jonge scheuten, die zich dankzij de snoeibeurt goed kunnen ontwikkelen. Het snoeien van rozen wordt behandeld in een aparte Tuintip. 
 
Het juiste moment 
Voor de meeste bomen, struiken en planten is februari de beste tijd om te snoeien. Dan is de groeiperiode nog niet begonnen en is de strengste vorst hopelijk voorbij. Heesters die voor 21 juni - de langste dag - bloeien, snoeit u na de bloei, in de zomer. Als u ze in het voorjaar snoeit, knipt u namelijk ook de bloemknoppen weg die zich al in het voorgaande najaar hebben gevormd. Druiven zijn hierop een uitzondering; daar komt de sapstroom al in januari op gang. Snoei de druif dus voor nieuwjaar, anders kan ze leegbloeden. 
Meer weten? 
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer over snoeien wilt weten. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad.

Snoeien - Hoe en waarom?

Snoeien is belangrijk voor de groei en ontwikkeling van uw planten en struiken, maar komt vaak ook nogal precies. Wanneer u de juiste informatie heeft kunt u het snoeien prima zelf en hoeft u daar geen professional voor in te schakelen. 
 
Snoeien heeft altijd een doel. En u heeft altijd een bepaald resultaat voor ogen wanneer u gaat snoeien. Snoeien is voornamelijk belangrijk voor het versnellen van de groei van planten. In sommige gevallen kunt u met snoeien de lichtinval verbeteren, zodat de groei wordt gestimuleerd. Maar u kunt ook snoeien om een bepaalde vorm te krijgen in een haag of buxus. Bovendien moeten oude takken wel eens plaatsmaken voor nieuwe takken, omdat dit ten goede komt aan de plant. Kortom: redenen genoeg om uw planten, struiken en bomen regelmatig te snoeien. 
 
Snoeiseizoen 
Snoeitijd is niet per definitie gebonden aan een bepaald seizoen. Wanneer u moet snoeien hangt af van het doel, het soort gewas en de bepaalde gevoeligheden van sommige gewassen. Het is dus niet zo dat de winter en het vroege voorjaar de momenten zijn om eens lekker te snoeien. Het is wel een feit dat het meeste snoeiwerk in die periode kan worden gedaan. Maar let op: bij 5 tot 10 graden vorst kunnen uw gewassen niet worden gesnoeid vanwege het bevriezen van de wond. 
 
Snoeien in de zomer 
In de zomermaanden kunt u ook enkele planten en struiken snoeien. Zo kunt u in juli aan de slag met uitgebloeide lavendel en rozen. Alle hagen en gesnoeide heesters kunnen het beste worden gesnoeid na de langste dag. Dan is de sterkste groei geweest en meestal is dan &eacute;&eacute;n snoeibeurt per jaar voldoende. Wanneer u vaker wilt snoeien kunt u naar uw eigen voorkeur snoeien van mei tot september. 
 
Tips 
De belangrijkste tip die we u kunnen geven is dat u een goede snoeischaar moet aanschaffen bij een specialist. De schaar moet altijd scherp zijn, want alleen een scherpe snede heelt snel en mooi. In rafelige en vuile sneden kunnen zich ziektekiemen en schimmels nestelen waardoor het gewas wordt verzwakt. Ook de plaats van de snede is belangrijk. Kies altijd een plaats boven een gezond, naar buiten gericht oog. Wanneer u hele takken verwijdert dient u altijd zo dicht mogelijk bij de aanzet op de stam te snoeien 
 
Meer weten? 
Komt u er niet helemaal uit met snoeien? Geen probleem, onze tuinadviseurs staan voor u klaar. Vraag hen gerust alles wat u wilt weten over het snoeien van gewassen, de seizoenen en de beste gereedschappen. Zij helpen u graag met handige tips.

Snoeien - Wanneer?

Vaste planten zijn er in alle soorten, kleuren en maten. Wat ze gemeen hebben, is hun groeicyclus. Ze komen in het voorjaar op, groeien en bloeien, en sterven in het najaar boven de grond af. Het leven trekt zich terug in de wortels, in afwachting van de volgende lente. Omdat vaste planten elk jaar op dezelfde plek verschijnen, vormen ze de basis van een tuin. Met deze tips geeft u ze een hoofdrol. 
 
Combineren 
Vaste planten komen het beste tot hun recht in groepen. Drie stuks bij elkaar is wel het minimum. Zo&rsquo;n groepje combineert u met groepjes van andere soorten. Als u het zo uitkient dat de bloeiperioden elkaar opvolgen, heeft u het hele seizoen kleur in de tuin. Let er wel op dat sommige vaste planten meer zon nodig hebben dan andere. Op het plantenetiket staat een symbool dat het gewenste aantal zonuren aangeeft. 
 
Borders 
In de meeste tuinen zijn de borders h&eacute;t domein van de vaste planten. Omdat u gewoonlijk slechts van &eacute;&eacute;n kant tegen een border aankijkt, bouwt u ze op in de hoogte. Vooraan komen de lage soorten (tot 40 cm), dan de middelgrote planten (tot 1 meter) en achteraan de soorten die hoger worden dan 1 meter. Wordt een plant te groot voor zijn plekje, dan kunt u hem in het voor- of najaar met kluit en al uitsteken en verplanten. Een mooie border biedt een harmonie aan kleuren en vormen. Ook de verschillende bladvormen nodigen uit tot creatieve combinaties. Vaste planten laten zich makkelijk &lsquo;scheuren&rsquo;. Wanneer vaste planten te groot worden, kunnen ze &lsquo;gescheurd&rsquo; worden. Steek ze met een scherpe spade in stukken of wanneer de grond droog is, de kluit uit elkaar trekken. 
 
Zomer en winter 
Als vaste planten volop in bloei staan, zijn sommige gevoelig voor harde wind. In uw tuincentrum vindt u speciale steunen en ringen om ze op te binden. Wacht hier niet te lang mee. 
De uitgebloeide planten hoeft u in het najaar niet af te knippen. De grillige bloemvormen zijn ook in de winter mooi. Vooral als ze bedekt zijn met een laagje sneeuw of rijp 
 
Meer weten? 
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer over vaste planten wilt weten. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad.

Vaste planten

Tuinkruiden zijn gemakkelijk te kweken. Veel ervan zijn vaste planten, die zich sterk vermeerderen. Met een kruidentuin, eventueel afgezet door haagjes van buxus of lavendel, cre&euml;ert u een heel speciaal plekje in uw tuin. Een plekje dat de aandacht blijft trekken met zijn subtiele bloementjes en heerlijke geuren. Deze tips helpen u op weg. 
 
De plaats 
De meeste kruiden houden van zon en hebben een hekel aan teveel water. Kies voor uw tuin- kruiden een standplaats met een goede afwatering en werk de grond flink los. Zware kleigrond kunt u het beste een winter omgespit laten liggen. Dan kan de vorst de grote kluiten afbreken. Verbeter de grond van uw kruidentuin voor het planten met organische mest en compost. Gebruikt u regelmatig kruiden bij het koken, dan is een plekje niet ver van de keukendeur natuurlijk erg handig. Over het gebruik van kruiden in huis is een aparte tip verschenen. 
 
Onderhoud 
Ruim de kruidentuin elk jaar op om te voorkomen dat de sterk groeiende soorten de overhand krijgen. Woekerende kruiden als bijvoorbeeld munt, citroenmelisse of lievevrouwebedstro kunt u in een ingegraven pot of in een bak planten om de wortels in toom te houden. Zorg wel voor afvoergaten in de bodem. Snoei dode of lelijke scheuten vlak boven de grond af en knip ook al te hard groeiende houtige takken terug. Plant eens in de drie &agrave; vier jaar alle kruiden opnieuw aan met jonge plantjes. 
 
Zon en schaduw 
Kruiden hebben speciale wensen en ze zullen het beter doen als u hier rekening mee houdt. Tijm, lavendel, bonenkruid en rozemarijn houden van een zonnige, droge plek. Lavas, koriander, smeerwortel, engelwortel, knoflook en tuinkers hebben graag wat meer vocht. Kruiden die meer schaduw op prijs stellen zijn onder andere peterselie, lievevrouwebedstro en over het algemeen de soorten met lichte of goudkleurige vlekken op de bladeren. Het plantenetiket geeft u meer informatie over de beste standplaats. 
 
Kruiden in potten 
Ook als u een balkon of terras heeft, kunt u een kruidentuintje aanleggen. Zet een paar potten of bakken in een groepje en zorg voor een mooie compositie van verschillende bossige, hoogopgroeiende en hangende kruiden. Kruiden in potten moet u vaker water geven, ook de soorten die in de volle grond met een droog milieu genoegen nemen. 
 
Tip: in een bak, die u buiten uw keukenraam hangt, kunt u de meest gebruikte, kleinblijvende keukenkruiden kweken, zoals peterselie, bieslook, tijm en basilicum. 
 
Vermeerderen 
Houtachtige tuinkruiden, bijvoorbeeld lavendel, kunt u vermeerderen door zogenaamde hielstekjes. Scheur jonge zijscheuten van de oudertak af waarbij er een dun plakje van de tak meekomt. Snijd de punt van dit &rsquo;hieltje&rsquo; af, doop het stekje in een groeimiddel en plant het in een bak. Veel tuinkruiden kunt u ook in het vroege voorjaar eenvoudig uitgraven en scheuren. 
 
Meer weten? 
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer over tuinkruiden wilt weten. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad.

Verzorging van kruiden

De meeste planten maken een groeiperiode en een rustperiode door. Het sein om in rust te gaan is het afnemen van de daglengte en daling van de temperatuur, waardoor het aantal uren licht daalt. Omdat de levensprocessen op een veel lager pitje komen te staan, kan de plant ook aanzienlijk lagere temperaturen verdragen. De meeste planten kunnen zichzelf dan ook uitstekend redden tijdens de wintermaanden. Ze hebben daar allemaal zo hun eigen techniek voor ontwikkeld. Maar wat extra bescherming is natuurlijk een verstandige voorzorgsmaatregel. 
 
Vaste planten 
Vaste planten trekken zich onder de grond terug. Het bovengrondse gedeelte sterft tegen de winter helemaal af en het leven concentreert zich in de wortels en de groeipunten. 
U kunt dit proces versnellen door vanaf augustus geen bemesting meer te geven. Wacht met snoeien tot het voorjaar en laat het afgevallen blad de hele winter liggen. Op die manier geeft u de overwinterende plant extra bescherming. 
 
Kuipplanten 
De veelal subtropische kuipplanten, zoals de oleander, bougainville, fuchsia, laurier en andere kunnen geen vorst verdragen. Zet ze vanaf half oktober op hun overwinteringsplaats, nadat u dode takken en dorre bladen hebt verwijderd. De beste overwinteringstemperatuur is tussen de 5 en 10 &deg;C. De ruimte moet luchtig zijn en niet al te donker. Een vorstvrije garage of een koele slaapkamer voldoet meestal goed. 
 
Winterharde potplanten 
Dwergconiferen en buxus zijn winterhard, ook als u ze in potten houdt. Toch kunnen ze bij langdurige, strenge vorst in de problemen komen. Zet ze in dat geval dicht bij elkaar en pak de potten goed in met bijvoorbeeld noppenfolie. Tip: let er goed op dat de potten van uw winterharde planten vorstbestendig zijn. Als vochtige grond bevriest zet hij uit, waardoor minder sterke potten kunnen barsten. 
 
Rozen 
Rozen zijn bij strenge vorst kwetsbaar op hun entplek. Bedek daarom de voet van uw rozen- struiken met een heuveltje fijne boomschors of turf. Bij stamrozen zit de entplek boven aan de steel. U kunt hem beschermen door er een bosje stro of een lap jute omheen te binden. 
 
Klimplanten 
Controleer v&oacute;&oacute;r de winter of uw klimplanten stevig zijn bevestigd. Bij zware sneeuwval kan hun gewicht namelijk vele malen groter worden. 
 
Meer weten? 
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer over de winterbescherming van uw planten wilt weten. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad.

Winterbescherming van uw planten

De meeste varensoorten zijn (sub)tropisch en kunnen in ons land alleen maar als kamerplant worden gehouden. Maar er zijn ook varens die de Nederlandse winters zonder probleem overleven. Een aantal is inheems en komt van nature in onze bossen voor. 
 
Bijzondere voortplanting 
Het grote verschil tussen varens en de meeste andere planten is de wijze van voortplanting. In plaats van zaad ontwikkelen varens aan de onderkant van de vruchtbare bladeren sporen. Dit zijn als het ware plantjes in aanleg. De sporen vallen op de grond als ze rijp zijn. Uit de versmelting van sporen groeien de nieuwe varentjes. 
 
Standplaats 
Varens houden van vocht en van schaduw. Daarom doen ze het zo goed in smalle, omsloten stadstuinen. Maar in iedere tuin is wel een plekje te vinden dat te donker is voor bloeiende zomerplanten. Met een mooie combinatie van winterharde varens wordt dat een oase van rust en koelte. Waar varens het naar hun zin hebben, groeien ze uit tot goede bodembedekkers. Let er wel op dat sommige soorten erg kunnen woekeren. 
 
Combineren 
Varens combineren, zonder opdringerig te zijn, mooi met andere schaduwminnende planten. Maar u kunt hun sierlijke veerbladeren ook gebruiken om bijvoorbeeld een verweerde en bemoste tuindecoratie te omgeven. Door tuinelementen als beelden, vazen of drinkbakjes half te verhullen, cre&euml;ert u romantische doorkijkjes.&nbsp; 
 
Venushaar 
De meeste venushaarsoorten komen voor in tropische wouden, maar de Adiantum pedatum is winterhard. Hij doet het goed op een lichtbeschaduwde plaats en verlangt een goede tuingrond. 
 
Koningsvaren 
De koningsvaren is inheems in Nederland. Op vochtige plekken kan hij uitgroeien tot een reus van 2 meter hoog. 
 
Wijfjesvaren 
De bekendste varensoort. Hij kan een hoogte bereiken van zo&#39;n 75 centimeter. 
 
Mannetjesvaren 
Wordt evenals de wijfjesvaren ongeveer 75 centimeter hoog, maar heeft veel langere bladeren. Deze varen is een echte woekeraar, wat hem geschikt maakt als bodembedekker voor grotere stukken schaduwgrond. 
 
Eikvaren 
Een varen die genoegen neemt met schrale, zandige grond. Hij dankt zijn naam aan het feit dat hij zelfs aan de voet van een eikenboom groeit. 
 
Meer weten? 
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer wilt weten over winterharde varens. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad.

Winterharde varens

Zelf uw planten en groenten zaaien is dankbaar werk. En het is natuurlijk stukken voordeliger dan jonge plantjes kopen. Bij uw tuincentrum vindt u een uitgebreid assortiment zaden voor sier- en moestuin. Met deze tips geeft u uw zelfgezaaide planten een goede start. 
 
Zaaigrond 
Goede zaaigrond is luchtig en houdt vocht vast. Een mengsel van turf en zand voldoet aan deze voorwaarden, maar bij uw tuincentrum vindt u ook speciale zaai- en stekgrond. Dat is een uitgekiend mengsel, dat zelfs bij een constante hoge vochtigheid niet gaat schimmelen. 
Voor het ontkiemen van de zaadjes zijn geen voedingsstoffen nodig, maar als de jonge plantjes een tijdje in dezelfde grond blijven, hebben ze natuurlijk w&eacute;l bijvoeding nodig. 
 
Kweekbakjes 
Al in januari kunt u de eerste planten &lsquo;voortrekken&rsquo; in een kweekbakje. Vul een bak met zaaigrond en druk deze goed aan met een plankje of een stukje hardboard. Zorg ervoor dat de oppervlakte egaal is. Verdeel nu de zaadjes gelijkmatig over de bak. Als ze erg klein zijn, kunt u ze eerst met wat zand vermengen. Breng ten slotte met een zeef een fijn laagje aarde over de zaadjes aan, doe het deksel erop en zet het bakje op een lichte plaats. Houd de aarde goed vochtig - het liefst met een plantenspuit - en na 10 tot 20 dagen komen de zaailingen boven de grond.&nbsp; 
 
Verspenen 
Zo gauw de zaailingen hanteerbaar zijn, kunnen ze worden overgeplant in een bak met nieuwe grond, waar ze meer ruimte krijgen om te groeien. 
Een handige tip: tik met de kweekbak een paar keer op tafel, dan komt de grond los van de zijkanten, waardoor de jonge plantjes er gemakkelijker uit te halen zijn. 
Voor het verspenen gebruikt u een ingekerfd stokje. Laat de wortels voorzichtig in een klein pootgaatje zakken en druk de aarde met de onderkant van het stokje goed aan. 
 
Afharden 
Vanaf begin mei laat u de plantjes geleidelijk wennen aan de buitentemperatuur. Houd wel rekening met het risico van nachtvorst. Na half mei is de kans hierop zo goed als verdwenen en kunnen de plantjes de volle grond in. 
 
Meer weten? 
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer over zaaien, verspenen en uitplanten wilt weten. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad.

Zaaien

Snijbloemen

In tuincentrum van de Lagemaat in Ede vindt u een zeer vakkundige bloemist. Voor snijbloemen, een opgemaakt boeket, de mooiste rouwboeketten, bruidsboeket en bloemstukjes voor op een bruiloft &eacute;n meer!&nbsp;Wij maken alles naar uw wensen. Stel een eigen boeket samen of kies voor een van onze opgemaakte boeketten, bloemstukjes en andere arrangementen.

Een ruim assortiment vazen, potten en manden maken het geheel af. Tegen een kleine vergoeding bezorgen wij ook thuis in Ede.

Bloemen

Bij bloembollen denken we aan voorjaars-bloeiers als krokussen, narcissen en tulpen. Maar ook voor de zomer is er een flinke keus aan bloembollen. Deze gaan in mei de grond in. Met deze tips kunt u in de zomer en nazomer volop genieten van hun uitbundige bloemen. 
 
Soorten 
De bekendste zomerbollen zijn de dahlia&#39;s. U vindt ze bij uw tuincentrum in vele soorten en kleuren. Er zijn dahlia&#39;s die ruim een meter hoog worden, maar ook mignondahlia&#39;s, een kleine soort die tot laat in de herfst bloeit. Vergeet niet de uitgebloeide bloemen te verwijderen. Andere bekende en minder bekende zomerbollen zijn gladiolen, Zantedeschia (Calla), Eucomis (ananasplant), Oxalis (geluksklaver), begonia&#39;s, lelies, Ornithogalum (vogelmelk) en anemoon. 
 
Planten 
Plant de zomerbollen pas na half mei, als de kans op nachtvorst voorbij is. Alleen gladiolen en lelies kunt u eerder planten, die zijn namelijk minder vorstgevoelig. Plant de bollen twee keer zo diep als ze hoog zijn. Dit geldt niet voor dahlia&#39;s, die zo moeten worden geplant dat een klein stukje van hun oude stengel net boven de grond uitsteekt. 
 
Plaats 
Zomerbollen laten zich uitstekend combineren met vaste planten en eenjarige zomerbloeiers. Zomerbollen voelen zich overal thuis, ook in voedingsarme grond omdat ze in de bol &#39;reservevoedsel&#39; hebben. Juist als de meeste planten uitgebloeid raken, zijn de bloemen van de zomerbollen op hun mooist. Hier kunt u rekening mee houden bij het uitkiezen van de plaats in uw borders en perken. Geef ze bij voorkeur een zonnige plek, want hoe meer zon, hoe rijker ze zullen bloeien. Tip: zomerbollen zijn ook heel geschikt voor in potten. Zorgt u wel voor een goede afwatering door wat kiezel of potscherven op de bodem te leggen. 
 
Overhouden 
Na de bloei haalt u de bollen uit de grond. Bewaar ze koel en vorstvrij en zorg dat ze niet uitdrogen. Dit doet u door ze in een kistje met turfstrooisel of zand te leggen. Geen water geven, want dan kunnen de bollen gaan rotten. 
 
Meer weten? 
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer over zomerbollen wilt weten. 
Ze helpen u graag met handige tips en goede raad.

Zomerbollen

Zonnebloemen zijn hét symbool voor de zomer. Dankzij de grote bloemen en gele blaadjes is het net de stralende zon die een ieder vrolijk maakt en het zomerse gevoel meegeeft. Daarbij zijn de zonnebloemen makkelijk te kweken en leveren zij bovendien nuttige en gezonde producten als zonnebloempitten en zonnebloemolie. 
 
De oorsprong 
Oorspronkelijk komt de zonnebloem uit Amerika waarna door Spaanse zeevaarders rond 1530 de eerste zonnebloemen naar West-Europa werden gebracht. De eerste twee eeuwen werd de zonnebloem met name gebruikt als exotische sierplant in tuinen van de rijkere families. Toen de Russische tsaar Peter de Grote rond 1700 West-Europa, waaronder ook Nederland en België, bezocht raakte hij gefascineerd door deze bloem en nam hem mee naar Rusland waar men ontdekte dat de zonnebloem ook een voedingswaarde had: voedsel op basis van zonnebloemolie. Tegenwoordig worden de zonnebloemen met name in het zuiden grootschalig gekweekt speciaal voor deze olie. 
 
Zonnebloemen in de tuin 
Zonnebloemen zijn er in ontzettend veel soorten. Denk hierbij aan eenjarige planten, maar ook aan soorten die langer mee gaan. Ook kunnen de soorten qua lengte enorm van elkaar verschillen en tevens qua kleur. Niet alleen de welbekende gele zonnebloemen bestaan, maar er zijn ook soorten met lichtgele, citroengele, roomwitte en zelfs rode bloemen. Ondanks dat de zonnebloem erg makkelijk te kweken is – ze stellen geen hoge eisen aan de grond – worden ze toch in weinig tuinen toegepast. De reden hiervoor is dat zonnebloemen soms wel tot 3 meter hoog kan worden, wat lang niet in iedere tuin past. Daarbij kijkt u er onder door en ziet u een kale lange stengel met lelijke bladeren met bovenaan een mooie bloem. Er zijn echter ook soorten die minder lang worden en beter tot hun recht komen in de tuin. Waar ook rekening mee gehouden moet worden bij zonnebloemen is dat ze altijd naar het oosten kijken. U zult dus en plek in het westen moeten vinden in uw tuin om ze te planten anders kijkt u tegen de achterkant van de bloem aan. Het is het makkelijkst om de zonnebloem te zaaien in de volle grond. Om te voorkomen dat ze te hoog worden kunt u ze toppen. Zo zullen er ook meer bloemen aan groeien die wel kleiner zijn, maar vaak oogt dit mooier dan één grote lange bloem. 
 
Zonaanbidder 
De zonnebloem is een echte zonaanbidder. Wanneer de zonnebloem nog in de groeifase zit, gebeurt er iets opmerkelijks. De knoppen draaien overdag met de richting van de zon mee: van oost naar west. ’s Nachts draait de knop dan weer terug naar het oosten. Dit noemt men ook wel heliotropisme. Zodra de bloem begint te bloeien stopt dit verschijnsel en dat is dan ook de reden dat een bloeiende zonnebloem altijd naar het oosten wijst. 
 
Meer weten? 
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer over zomeronderhoud wilt weten. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad. 
&nbsp;

Zomerbloemen

Hulp bij snoeien 
Het is belangrijk de totale vorm van een boom goed in de gaten te houden terwijl u snoeit. Als u dat alleen doet, blijft u heen en weer lopen om het effect te beoordelen. Het is veel makkelijker dat met z&rsquo;n twee&euml;n te doen: de een snoeit en de ander bekijkt van een afstand het effect en geeft aanwijzingen om het snoeien makkelijker te maken.

Zware takken 
Traditioneel wordt er &rsquo;s winters veel aan corrigerende vormsnoei gedaan. Ook worden dan vaak zware takken weggezaagd. Doe dat zo dat er geen bast kan losscheuren van de boom. Dat kan door in twee fases te zagen. 
 
Eerst de onderkant van de tak op enige afstand van de stam inzagen en daarna iets verder van de stam de tak van bovenaf doorzagen. De &lsquo;kapstok&rsquo; die dan blijft zitten, kan daarna nog wat dichter bij de stam worden doorgezaagd, maar laat de &lsquo;kraag&rsquo; vlak bij de stam zitten. De boom sluit de wond namelijk vanuit die kraag. Bij takken dikker dan twee centimeter is het aan te raden de wond met wondbalsem af te dekken. 
 
Uitzondering: liguster snoeien 
Een ligusterhaag die veel te omvangrijk en van onderen kaal is geworden, kunt u ook nu nog zwaar snoeien. Uiteraard ziet hij er dan een aantal maanden lang niet uit, maar in het voorjaar zal hij weer gezond uitlopen.

Meer weten? 
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer over snoeien wilt weten. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad.

&nbsp;

Snoeien in december

Deze plant is echt een taaie kameraad, een stoere kracht. Stug en volhardend groeit de plant langzaam, maar onverstoorbaar door. Deze sterke en krachtige plant wordt vaak gegeven als cadeau aan beginnende studenten, of wanneer een nieuw huis wordt betrokken.&nbsp; Deze plant staat dan ook symbool voor onverstoorbare kracht en kan tegen een stootje. 
 
Olifantspoot 
De plant kent twee wetenschappelijke namen: Nolina voor de jonge exemplaren, Beaucarnea voor de volwassen plant. De Nederlandse benaming is Olifantspoot: de plant dankt deze aan haar brede wortelknol, waarin de stam van de plant onderaan eindigt. Die heeft wel wat weg van de poot van een olifant. Zo groot wordt de plant in de woning niet. In het zuiden van de Verenigde Staten en Zuid-Amerika echter, waar de Beaucarnea haar oorsprong vindt, groeit ze makkelijk uit tot een boom van wel acht meter hoog. 
 
Steun en toeverlaat 
Deze stoere kracht dankt haar faam van volhardendheid ook aan de weinige eisen die ze aan u stelt. Een lichte standplaats en weinig water zijn genoeg om een jarenlange steun en toeverlaat te garanderen. Toch heeft ze wel voorkeur voor een plek met veel zon. De temperatuur kan vari&euml;ren tussen 5 en 35 graden Celsius. De Beaucarnea kan water opslaan in de stronk en stam, waardoor droge(re) periodes geen enkel probleem zijn. Op deze manier kan ze een periode van maanden zonder water overleven. Maar liever heeft ze toch af en toe wat water, en bijbehorende aandacht. Ze zal u belonen met ware trouw.&nbsp;&nbsp;&nbsp; 
 
Meer weten? 
Vraag onze tuinadviseurs gerust alles wat u nog meer over de Beaucarnea wilt weten. Ze helpen u graag met handige tips en goede raad.

&nbsp;

Vaste planten

Bekijk meer productgroepen in de categorie Tuinplanten

Eénjarigen, kuipplanten en kruiden

Rozen en klimplanten